SV | Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken. |
WLC | וַיַּשְׁכֵּם֩ יְהֹושֻׁ֨עַ בַּבֹּ֜קֶר וַיִּסְע֣וּ מֵֽהַשִּׁטִּ֗ים וַיָּבֹ֙אוּ֙ עַד־הַיַּרְדֵּ֔ן ה֖וּא וְכָל־בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֑ל וַיָּלִ֥נוּ שָׁ֖ם טֶ֥רֶם יַעֲבֹֽרוּ׃ |
Trans. | wayyašəkēm yəhwōšu‘a babōqer wayyisə‘û mēhaššiṭṭîm wayyāḇō’û ‘aḏ-hayyarədēn hû’ wəḵāl-bənê yiśərā’ēl wayyālinû šām ṭerem ya‘ăḇōrû: |
Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israëls; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Jozua dan maakte zich des morgens vroeg op, en zij reisden van Sittim, en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de kinderen Israels; en zij vernachtten aldaar, eer zij overtrokken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!